Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de lening van dga X aan zijn bv op 8 december 2008, door een formele achterstelling, niet onzakelijk is geworden. Een zakelijk handelende derde zou namelijk niet met succes andere maatregelen hebben genomen om zijn rechten uit de geldlening veilig te stellen.

Belanghebbende, X, houdt (middelijk) de aandelen in A bv. A bv houdt de aandelen in vier bv's. In 2007 leent X € 235.000 aan A bv. A bv leent op haar beurt € 200.000 door aan een dochter en koopt voor het restant een auto. Op 8 december 2008 verstrekt de bank een grote aanvullende lening aan A bv en haar dochtermaatschappijen. X accepteert in dat kader dat zijn lening achtergesteld wordt bij de lening van de bank. De bv's worden eind 2010 failliet verklaard. In zijn IB-aangifte 2008 voert X, onder de post ‘Resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen', een voorziening van € 100.000 op voor de lening. De inspecteur stelt dat er sprake is van een onzakelijke lening, en corrigeert de aftrek van het bedrag van € 100.000. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er op het moment van verstrekking van de lening nog geen sprake was van een onzakelijke lening. Door de formele achterstelling van de lening op 8 december 2008, is er volgens de rechtbank echter vanaf dat moment wel sprake van een onzakelijke lening. De inspecteur heeft de aftrekpost dan ook terecht gecorrigeerd.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zijn positie als schuldeiser niet heeft verslechterd door de formalisering van de achterstelling en het aanvaarden van de voorwaarden. Volgens het hof zijn dergelijke voorwaarden namelijk volstrekt gebruikelijk bij grote financieringen. De inspecteur maakt dan ook niet aannemelijk dat een zakelijk handelende derde, in soortgelijke omstandigheden als X, op 8 december 2008 met succes andere maatregelen zou hebben genomen om zijn rechten uit de geldlening veilig te stellen. Verder merkt het hof nog op dat de lening in 2008 niet minder waard is geworden, gelet op de vermogenspositie van de vennootschappen. Pas door het faillissement, dat veroorzaakt werd door externe factoren die in 2007 nog niet speelden, is de terugbetaling niet mogelijk gebleken. X kan een bedrag van € 100.000 ten laste van zijn inkomen brengen.

Lees ook Thema: De onzakelijke lening

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 19 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen