Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (hierna: Wtp) per 1 juli 2023 zijn pensioenuitvoerders verplicht deelnemers te begeleiden bij hun pensioenkeuzes. Als de werkgever de kosten van (aanvullend) persoonlijk pensioenadvies voor zijn rekening neemt, is volgens de kennisgroep sprake van (belast) loon. Als de werknemer zelf een adviseur zou hebben ingehuurd, zouden de kosten ten laste van de werknemer komen. De werknemer bespaart daarmee particuliere uitgaven. De werkgever contracteert de adviseur en verstrekt hiermee een voordeel aan de werknemer in zijn hoedanigheid van werkgever. Aan de voordeels-, verstrekkings- en causaliteitseis is in deze situatie voldaan.
Als de werkgever een vergoeding geeft aan de werknemer voor het inwinnen van advies van een pensioenadviseur is sprake van loon in geld. De werkgever kan het loon aanwijzen als eindheffingsbestanddeel in de zin van art. 31, lid 1, onderdeel f, Wet LB 1964 als aan de gebruikelijkheidseis is voldaan.
Als een werkgever in overleg met de werknemers (of vertegenwoordigers van de werknemers zoals een vakbond of adviseur) afspraken maakt over het arbeidsvoorwaardenpakket (omvang samenstelling beloning), vormen de eventueel door de werkgever in verband hiermee gemaakte kosten zuivere werkgeverskosten. Zuivere werkgeverskosten vormen geen loon voor de werknemer. Algemene voorlichting rondom de pensioenregeling is hiervan een goed voorbeeld.