Bij belanghebbende, Chinees restaurant X bv, heeft in het jaar 2013 een boekenonderzoek plaatsgevonden waarbij onder andere de verwerking van het privégebruik van de aan werknemers ter beschikking gestelde auto's in de loonaangiften is onderzocht. X bv beschikt voor al deze personen- en bestelauto's niet over een verklaring 'geen privégebruik' en er is ook geen rittenregistratie bijgehouden. Ook heeft X bv voor alle genoemde personen- en bestelauto's geen privégebruik auto bijgeteld en is daarvoor geen aangifte loonheffing gedaan en ook niet afgedragen. Gevolg zijn de in geschil zijnde naheffingsaanslagen loonheffing over de periode 2008-2012 met bijbehorende boeten. Hof Amsterdam handhaaft de naheffingsaanslagen maar vernietigt de boeten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X bv gegrond. Volgens de Hoge Raad treft de klacht van X bv dat het hof heeft verzuimd een door haar aangevoerde stelling te behandelen, doel. X bv heeft voor het hof bij conclusie van repliek gesteld dat de bestelauto's niet na werktijd door de werknemers kunnen worden gebruikt, omdat die auto's dan op het (afgesloten) terrein van de werkgever worden geplaatst en daarbij de sleutels worden ingeleverd. Het hof heeft deze stelling ten onrechte onbesproken gelaten. Volgt verwijzing naar Hof Den Haag.
Volgens Hof Den Haag heeft X bv nagelaten enige vorm van bewijs aan te dragen op grond waarvan haar stelling, dat de betelauto's door de werknemers niet na werktijd kunnen worden gebruikt, aannemelijk kan worden geacht. De inspecteur heeft volgens het hof de bijtelling privégebruik auto voor deze werknemers terecht toegepast. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis